De Nederlandse mezzosopraan Mirjam Schreur studeerde solozang en muziekdrama aan het Conservatorium Maastricht bij Barbara Schlick. In 2000 behaalde zij haar tweede fase-diploma’s. Daarna zette zij haar opleiding voort bij de bekende mezzosopraan Jard van Nes, die haar nu nog steeds coacht. Ook volgde ze masterclasses en speciale cursussen bij Roberta Alexander, Rudolf Piernay, Maureen Lehane, Semjon Skigin en Jard van Nes/Ulrich Eisenlohr, Paul Esswood en Gerhard Darmstadt.
In april 2002 won Mirjam Schreur de 3e hoofdprijs in het internationale zangconcours "Debüt in Meran" in Italië, na volgens de jury uitstekende prestaties op het gebied van zowel de opera, het lied als het oratorium. Tijdens het galaconcert voor de finalisten maakte ze haar televisiedebuut bij de Italiaanse Rai. Sindsdien zong ze als operazangeres de hoofdrol van Orfeo in de opera 'Orfeo ed Euridice' van Gluck en de rol van Marcellina in de opera 'Le Nozze di Figaro' van Mozart in het stadtheater van Merano te Italie olv. Richard Sigmund en Thomas Koncz. In het Theater Bonbonniere te Maastricht bracht ze de rol van Dido in de opera 'Dido and Aeneas' van Purcell. Bij Opera Zuid zong ze de rollen van Beggar-woman en Russian mother in de opera 'Death in Venice' van Britten o.l.v. James Lockhart en Mike Ashman. In 2010 vertolkte ze o.a. de rollen Gismonda, Sesto, Vitige in het Händel Opera-projekt “Hoop, Liefde, Verraad en Wraak” van Concerto Barocco o.l.v. Jonathan Talbott.
Ook haar carrière als oratorium/concertzangeres ontwikkelt zich gestaag.
Met de philharmonie zuidnederland voerde Mirjam de Matthäus Passion uit o.l.v.
Paul Goodwin en Matthew Halls, en op de Amerikaanse Begraafplaats te Margraten
de Petite Messe Solennelle van Rossini o.l.v. Ed Spanjaard.
Met het Limburgs Symfonie Orkest voerde ze 5 seizoenen de serie Matthäus Passionen uit o.l.v.
Ed Spanjaard,
Paul Goodwin en
Reinbert de Leeuw
en daarnaast Missa Solemnis van Beethoven o.l.v.
Roberto Rizzi Brignoli en
een serie Messiah's van Händel o.l.v. Kynan Johns.
Ed Spanjaard nodigde Mirjam uit voor zijn afscheidsconcerten van het LSO, waarin ze de rol van tweelingbroer Marcellinus
vervulde in Le Martyre de Saint Sébastien van Debussy in
een semi-scenische vertolking met teksten van Ramsey Nasr, regie van Kees van der Burg en choreografie van Toer van Schaijk.
In januari 2011 maakte ze haar debuut in het Paleis voor de Schone Kunsten te Brussel:
Ze soleerde in de Psalm 137 van F. Liszt, uitgevoerd met het professionele kamerkoor
Studium Chorale o.l.v. Hans Leenders en geregistreerd door Klara Radio.
Bij De Nederlandse Bachvereniging zong ze o.l.v. Jos van Veldhoven
de premiere van Der Tod Jesu van C.E. Graaf tijdens de Nederlandse Muziekdagen en eerder de serie “ Muziek voor Vorstenhuizen”,
waarin cantates van Bach ten gehore werden gebracht.
In 2013 en in 2009 was ze te gast bij de Stichting Stabat Mater
te Oirschot en voerde er het Stabat Mater
van Pergolesi uit samen met sopraan Ilse Eerens en in 2009 het Stabat Mater van Brunetti i.s.m.
het Combattimento Consort Amsterdam
o.l.v. Jan Willem de Vriend.
Er volgden in 2009 uitnodigingen voor het festival Europacantat te Utrecht voor Misa Tango van M. Palmeri en Le Roi David van Honneger.
Eveneens werd ze uitgenodigd voor het “Festival Barocco Leonardo Leo” te Brindisi (Italië) waar ze altcantates van Bach uitvoerde i.s.m.
Concerto Barocco o.l.v. Jonathan Talbott.
In december 2008 debuteerde ze in het Concertgebouw te Amsterdam in de Messiah van G.F. Händel bij de Nederlandse Händelvereniging.
In oktober 2007 maakte ze als soliste een tournee door Duitsland en Luxemburg met het
Kreuzchor Dresden.
en de Dresdner Philharmonie o.l.v. Roderich Kreile.
Ze concerteerde in concertzalen als het Konzerthaus Freiburg, Liederhalle Stuttgart, Graf Zeppelin Halle Friedrichshafen,
Tonhalle Düsseldorf en in de recent gebouwde Philharmonie te Luxemburg.
Eerder dat jaar zong ze een Matthäus Passionen serie bij het Noord Nederlands Orkest
o.l.v. Johannes Leertouwer.
Inmiddels heeft ze een breed repertoire opgebouwd, waarin alle stijlperiodes (barok, klassiek, romantiek, 20-ste eeuws en eigentijds) vertegenwoordigd zijn. In hedendaags repertoire zong ze onder andere de wereldpremieres van Cantico Espiritual van Jo van de Booren tijdens Musica Sacra en Cantate Domino van Werner Jacob in Nürnberg. Beide projekten werden uitgevoerd in samenwerking met Studium Chorale o.l.v. Hans Leenders. Het eerste werd opgenomen door de KRO, het tweede door de Bayerische Rundfunk.
Haar stem ontwikkelde zich geleidelijk steeds verder, zodat naast het door Mirjam zeer geliefde Barokke repertoire en de klassieken nu ook Mahler een favoriet is geworden. Ze voerde in 2011 met het Kerkraads Symfonie Orkest en het ArKa Symfonie Orkest van Maastricht een serie van de Tweede Symfonie van G. Mahler uit en in 2012 “Lieder eines fahrenden Gesellen” van G. Mahler o.l.v. Manon Meijs .
In 2009 startte ze haar eigen bedrijf genaamd Zang & Concert Praktijk Mirjam Schreur. Deze praktijk omvat zowel haar werkzaamheden als uitvoerend musicus als haar werkzaamheden als docerend musicus. Als docente werd ze in september 2009 uitgenodigd een masterclass barokzang en interpretatie te geven aan het conservatorium Nino Rota te Monopoli (zuid-Italië).